Hoe blijf ik privaat piloot ?
Een vliegvergunning is op zich onbeperkt geldig maar is enkel van kracht indien de bevoegdverklaringen die erop zijn ingeschreven niet vervallen zijn en indien je in het bezit bent van een geldig geneeskundig attest.

De bevoegdverklaring SEP(L) - éénmotorige landvliegtuigen met zuigermotor - heeft een geldigheidsduur van twee jaar. Om deze bevoegdheid "wedergeldig te maken" moet je:

  • ofwel binnen de drie maand voor de vervaldatum slagen voor een bekwaamheidsproef met een examinator - de examinator kan dan zelf je bevoegdverklaring verlengen
  • ofwel zorgen dat je binnen de twaalf maanden die voorafgaan aan de vervaldatum van de bevoegdverklaring 12 vlieguren hebt uitgevoerd (waarvan 6 vlieguren als gezagvoerder en met minstens 12 opstijgingen en landingen) en een oefenvlucht van ten minste één uur met een instructeur hebt uitgevoerd. In dit geval passeer je echter wel aan de kassa van het Directoraart Generaal van de Luchtvaart voor het wedergeldigmaken van je bevoegdverklaring.
    Vergeet tenslotte ook niet dat je geen passagiers meer mag vervoeren als je meer dan 90 dagen niet meer hebt gevlogen als PIC (pilot in command).

Naast een geldige vergunning moet je ook steeds beschikken over een geldig geneeskundig attest klasse 2. De geldigheidsduur van zo'n attest is afhankelijk van je leeftijd (min. 1 jaar, max. 5 jaar) en het is de verantwoordelijkheid van de piloot zelf om erop toe te zien dat hij dit attest tijdig laat vernieuwen. Dit kan gebeuren bij elke erkende geneesheer-examinator. De lijst van erkende geneesheren vind je op de website van het Directoraat Generaal v/d Luchtvaart (Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer).

Tenslotte nog even opmerken dat je na het behalen van je vergunning enkel mag vliegen met de variant (binnen de klasse van SEP-L) waarmee je je examen hebt afgelegd. Wil je met een andere variant binnen dezelfde klasse vliegen, bv. een toestel met verstelbare schroef (VP), intrekbaar landingsgestel (RU) of een staartwiel (TW), dan moet je eerst een zogenaamde verschillenopleiding volgen. Afhankelijk van de complexiteit van het toestel, neemt dit enkele tot vele (vlieg)uren in beslag. Ook als je een specifieke variant sinds meer dan twee jaar niet meer hebt bestuurd, zal je opnieuw zo'n bijkomende opleiding moeten volgen.

De meeste toestellen van de vliegclub vallen binnen dezelfde variant, nl. de "basisvariant" - enkel onze Cessna 172SP valt onder een andere variant vanwege het volledig elektronisch instrumentenpaneel (EFIS). Indien je echter een bepaald model binnen dezelfde variant (bv. de Cessna 172) nog nooit hebt bestuurd, dan zal je je toch eerst éénmalig moeten familiariseren met dit toestel. Op basis van de verschillen zal de instructeur bepalen wat voor opleiding vereist is - dit kan in bepaalde gevallen zeer miniem zijn.